Historie

De jaarlijkse uitreiking van de Jacob Hartog prijs is in 1952 ingesteld en gefinancierd door Jacob Hartog, de oudste zoon van Hartog Hartog. Na zijn dood in 1962 werd de Jacob Hartog Stichting opgericht.

Het doel van de Jacob Hartog Stichting is bevorderen van de beoefening van de beeldende kunst en belangstelling hiervoor, vooral de schilder- en beeldhouwkunst en de grafiek. Bevordering hiervan geschiedt door de jaarlijkse toekenning van een prijs aan een kunstenaar, lid van de Vereniging van beeldend kunstenaars van het “Schilderkundig Genootschap Pulchri Studio” in Den Haag . Deze prijs leeft bij het Haagse publiek en de kunstenaars van Pulchri, voor wie de prijs een sieraad is op hun curriculum vitae en voor wie bovendien het geldbedrag (2500 euro) een welkome extra beloning vormt voor een bijzondere artistieke prestatie.

Veel kunstenaars dingen mee naar deze prijs (circa 150 inzendingen per keer). Dus daarom is het goed te streven naar continuïteit op een redelijk niveau (handhaving jaarlijkse prijs van 2500 euro).

De heer Jacob Hartog (1875-1962), erelid Pulchri en initiator van de Jacob Hartog prijs

De Hartogen en Pulchri

Auteur: Anton Boersma †

Verschenen in Pulchriblad 1 in 1975:

Eén naam is in de lijst van schenkers aan het restauratiefonds met opzet in het zesde nummer van de tweede jaargang niet genoemd, met opzet, want hij dient aparte vermelding in de reeks van grote schenkers, die daarvoor van het schilderkundig genootschap Pulchri Studio de zilveren jubileumpenning ontvingen en dat is de naam van Harold Hartog, momenteel woonachtig te Hamburg, mede door zijn grote gift kwam Pulchri een stuk dichter bij de ton, de particuliere inzet die het genootschap tenminste zelf wilde opbouwen voor het restauratiefonds. Ook Hartog de tweede droeg en draagt Pulchri een warm hart toe.

Het begon al met zijn vader Jacob Hartog, die al vóór de tweede wereldoorlog jonge kunstenaars financieel steunde en hen met Kerstmis op een culinaire wijze wist te verrassen. In die tijd was hij een trouw sooslid en een groot vriend van Mac Roest, Wibbo Hartman en Sierk Schröder. Zijn verdiensten voor het genootschap en zijn leden, ook in de tijd dat Jacob Hartog later in New York verbleef, werden op passende wijze door Pulchri gehonoreerd. We lazen er het jaarverslag 1951 op na. "Op voorstel van het bestuur werd de heer Jacob Hartog te New York benoemd tot erelid van het genootschap. Jacob Hartog, die voor de oorlog vele jaren sociëteitslid van Pulchri Studio was, heeft gedurende die tijd en ook na zijn vertrek naar Amerika zo vele bewijzen van zijn vriendschap voor het genootschap en zijn belangstelling voor de sociale positie van de beeldende kunstenaar in het algemeen gegeven, dat het bestuur het ogenblik gekomen achtte om hem door zijn benoeming tot erelid onze bijzondere erkentelijkheid te betuigen."

Dit erelidmaatschap betekende voor Jacob Hartog geen afsluiting van zijn maecenaat tegenover Pulchri. Integendeel, geïnspireerd door zijn vroegere vrienden, stelde hij aan Pulchri een bedrag ter beschikking, waaruit vanaf 1952 tot op de dag van vandaag jaarlijks de bekende Jacob Hartogprijzen worden toegekend. In het genootschappelijk jaarverslag van 1952 lezen we daarover:

"Door ons erelid J. Hartog werd met ingang van het jaar 1952 een jaarlijkse prijs ingesteld, die door ons, naar de gever, de "Jacob Hartogprijs" werd genoemd. De Jacob Hartogprijs bestaat uit een eerste prijs van ƒ 500,-- en een tweede prijs van ƒ 250,-- welke elk jaar op de Voorjaarstentoonstelling zullen worden uitgereikt, één en ander naar het oordeel van een jaarlijks te vormen jury. Deze jury zal bestaan uit een voorzitter (werkend lid van Pulchri Studio), twee niet in Den Haag wonende kunstenaars en twee Haagse burgers. Na de werkzaamheden van de eerste jury- waarbij Wibbo Hartman als voorzitter optrad- zal telkenjare de prijswinnaar van het vorig jaar als voorzitter fungeren. Oorspronkelijk zou de Jacob Hartogprijs gedurende het leven van de heer Hartog worden toegekend en bovendien nog 5 jaren na diens overlijden. Door een vorstelijke gift van de heer Hartog ter gelegenheid van zijn gouden bruiloft is het echter mogelijk geworden, dat ook nog na dit tijdstip deze prijs kan worden voortgezet."

In hetzelfde jaarverslag lezen we dat in 1952 voor de eerste maal de eerste prijs werd uitgereikt aan Sierk Schröder voor een portret van Cornelis Veth en de tweede prijs aan Jan van Heel voor zijn schilderij "Stilleven met haan". De jury bestond uit: Wibbo Hartman, David Schulman, Jan Wiegers, Mac Roest en P. Oudshoorn.

Wat opvalt zijn twee dingen, in de eerste plaats wordt de jury tegenwoordig op een andere wijze samengesteld dan in het jaarverslag 1952 is vermeld. Wanneer daartoe ooit is besloten, hebben we niet na kunnen gaan. Het zou toch wel leuk zijn , indien Haagse burgers weer eens een stem in het kapittel kregen. In de tweede plaats is niet alleen het aantal prijzen uitgebreid, maar zijn ook de geldbedragen toegenomen. Dat deze prijzen na het overlijden van Jacob Hartog op 4 december 1962 nog elk jaar kunnen worden uitgereikt is de grote verdienste van zijn zoon Harold Hartog, die als milde gever van Pulchri in de voetsporen is getreden van zijn onvergetelijke vader, wiens nagedachtenis door Pulchri werd geëerd met een door Dirk Bus vervaardigde bronzen plaquette in de lange gang van het genootschapsgebouw, en getrouw aan de traditie der Hartogen was Harold Hartog een der eersten die een stevig fundament legde voor het restauratiefonds.

Dit zij met grote erkentelijkheid apart vermeld.

Anton Boersma